Recent kregen wij vragen van leden die de vaste reissom vaartuigpersoneel ontvangen zoals bedoeld in hoofdstuk 10.6 van het Personeelsreglement IenW. Deze vergoeding staat ook wel bekend als de vaste maandelijkse kantonniersvergoeding en vervangt de vergoeding kleine uitgaven overdag die in de CAO Rijk staat.
Deze leden vroegen zich af of zij gemaakte verblijfskosten voor de lunch en de avondmaaltijd bij dienstreizen mochten declareren. In het verleden was hen namelijk verteld dat zij dat niet mochten.
De VPW heeft toen geantwoord dat het niet ter discussie staat dat er sprake is van dienstreizen, want dat is namelijk de reden dat je als medewerker de vaste reissom ontvangt. Daardoor heb je dus ook het recht om gemaakte verblijfskosten te declareren, mits die voldoen aan de voorwaarden van hoofdstuk 10.2 van de CAO Rijk.
Onze leden hadden dezelfde vraag gesteld aan Rijkswaterstaat en kregen daarop een soortgelijk antwoord terug. Deze boodschap is daarna door de directeur wegverkeersmanagement gecommuniceerd binnen zijn directie.
De VPW vindt het belangrijk dat leden weten wat hun rechten zijn. Daarom willen wij de medewerkers die de vaste reissom ontvangen laten weten dat zij de gemaakte verblijfskosten onder voorwaarden mogen declareren. Dit betreft voornamelijk de weginspecteurs en de medewerkers werkzaam op de vaartuigen.
Daarnaast wil de VPW onderzoeken of er sprake is geweest van benadeling in het verleden en of er zaken met terugwerkende kracht moeten worden hersteld, bijvoorbeeld doordat een declaratie onterecht is afgewezen. Ook bekijken we de mogelijkheden om de bestaande vaste reissom hierop aan te passen.
Zodra we hier meer over weten hoor je van ons.



